Greenpeace strijdt in zwemvest én met stropdas

In dertig jaar is Greenpeace Nederland uitgegroeid van een schraperig clubje activisten tot een professionele club die in één jaar 23 miljoen euro ophaalt. De romantici missen de activisten die bij onheil intuïtief in een rubberboot springen en tankers tegemoet varen. De realisten snappen dat je anno 2009 moet aanschuiven bij de wereldleiders. ‘Maar het is zwemvest én stropdas.’

Greenpeace, dat is een compromisloze kapitein in een bootje, die op ruwe zee onverschrokken een tanker tegemoet vaart. Hij weet van geen wijken en kopt gedumpte vaten radio-actief afval terug naar waar ze vandaan kwamen, bij wijze van spreken dan. Ondertussen schreeuwt hij: We willen vrede! En wel een groene! Dat beeld schetst Art van Remundt, eind jaren zeventig betrokken bij de oprichting van Greenpeace Nederland. Hij is een romanticus. Hij weet het van zichzelf, maar vindt het niet erg.

Greenpeace, dat is een bijdehante man of vrouw in een pak, die wappert met rapporten over CO2-uitstoot, genetische modificatie of kernenergie. Het is een lobbyist die je, als één van de weinige vertegenwoordigers van de milieubeweging, serieus moet nemen. Iemand voor wie je even gaat zitten. Dat beeld schetst voormalig milieuminister Jan Pronk. Hij is een realist. Hij weet dat van zichzelf en ook hij vindt dat niet erg.

Greenpeace viert dit weekend zijn dertigste verjaardag. Ivo de Wijs schreef een boek over de historie, Omroep Llink kiest ‘de beste actie’ en in Pakhuis De Zwijger in Amsterdam worden debatten, exposities en workshops gehouden. Belangrijk thema tijdens de zelfreflectie: moet Greenpeace komende dertig jaar als vanouds onbuigzaam actievoeren of juist inzetten op het diplomatieke compromis?

,,Iets meer de beuk erin en iets minder aanschurken tegen de macht,” zegt oude rot Van Remundt. „Actievoeren om zaken op de agenda te zetten, maar vooral zo veel mogelijk meepraten met de mensen die het voor het zeggen hebben,” adviseert Pronk.

De actie, eind vorig jaar, om stenen in de Noordzee te dumpen en zo vissers het werken onmogelijk te maken, doet beiden grinniken. Van Remundt omdat het zo lekker ouderwets radicaal was. En Pronk omdat de activisten het onderwerp weer op de kaart zetten, waardoor politici zich erover moesten uitspreken.

Volgens Diederik Samsom, PvdA- Kamerlid en in de jaren negentig activist bij Greenpeace, zit er niet zo veel spanning tussen actievoeren en lobbyen als het lijkt. ,,Greenpeace is volwassen geworden en wordt serieus genomen door de beleidsmakers. Gebruik die invloed, zou ik zeggen. Praat mee. Dat doen ze. Terecht. Maar zonder stevige acties is Greenpeace niets waard in de wereld van de compromissen. Je moet laten zien dat je iets het graagst wil van allemaal. Dus óók de beuk erin.”

Zelf zat Samsom wekenlang op het actieschip Sirius om voor de kust van Schotland te demonstreren tegen overbevissing. Hij hing maanden rond in Frankrijk om illegale pijpleidingen, die radioactief afval in zee loosden, te onthullen. Hij blokkeerde nucleaire transporten en hij misleidde in een zelfgekochte ME-bus de ME bij een demonstraties tegen de kerncentrale in Borssele. ,,Greenpeace maakte toen en maakt nog steeds zaken belangrijk.”

Klopt, zegt Van Remundt. Toch waarschuwt hij: „Greenpeace moet uitkijken dat ze zich niet laten inpakken door de politici. Dat is niet nodig. We hebben ruim 500.000 donateurs. Dat zijn 500.000 potentiële actievoerders. Onderschat dat niet. Als we nú een misstand signaleren, kunnen we dus meteen geld ophalen, in de boot stappen en uitrukken. Greenpeace mag nooit vergeten dat het dáárom draait.”

Volgens Samsom is dat ‘niet genoeg’. „Je kan nog zo veel actievoeren, nog zo veel media-aandacht genereren en nog zo veel goodwill hebben bij het grote publiek, zodra de waterspetters zijn neergedaald, moet er ook iets gebéuren. Greenpeace zet het spel neer, maar het zijn politici die uiteindelijk met de stukken gaan schuiven. Daarom moet je óók en vooral meepraten.” Daarom is hij zelf uiteindelijk de politiek in gegaan.

Liesbeth van Tongeren, directeur Greenpeace Nederland – ‘Huidige milieuproblemen schreeuwen om wereldwijd compromis’

De spanning tussen de pakkendragers en de rubberbootvaarders is een klassiek thema binnen de milieu-organisatie Greenpeace, zegt directeur Liesbeth van Tongeren. ,,Wat mij betreft is het acties houden op de plekken van het onheil én lobbyen op de plekken waar de knopen worden doorgehakt. Onderzoek doen én oplossingen aandragen.”

Maar, voegt ze daar meteen aan toe, de milieuproblemen die de wereld nú boven het hoofd hangen schreeuwen om een wereldwijd compromis.

,,Slim campagnevoeren is belangrijker dan ooit. Binnen Europa en vooral in Nederland is nog veel te doen. We lopen qua energiebesparing en duurzame technieken hopeloos achter op landen als Duitsland en Denemarken,” zegt ze. ,,We zijn niet meer de vooruitstrevende proeftuin zoals vroeger. De regering maakt zich, wat milieubeleid betreft, schuldig aan de zesjescultuur waar premier Balkenende zélf zo’n hekel aan zegt te hebben.”

Wereldwijd hebben we nu te maken met een energie- en een klimaatcrisis. ,,Grotere thema’s dan ooit die je moeilijk alleen lokaal te lijf kunt gaan. Daarom blijft het belangrijk om mee te praten op het hoogste niveau. We moeten politici op het rechte pad krijgen én houden. Dat is het betere lobbywerk. In de loop van de tijd is Greenpeace – mede dankzij de acties – uitgegroeid tot een organisatie waar écht naar wordt geluisterd. Het zou dom zijn om daar geen gebruik van te maken.”

Het keiharde actievoeren is maar vijf procent van het werk, zegt ze. De rest is onderzoeken, rapporten schrijven, educatieve programma’s ontwikkelen en lobbyen bij bedrijven en overheden.

,,Maar vergis je niet. Of het nu gaat om de walvisjacht, die nog altijd niet is stopgezet, of smeltend ijs op Antarctica, kolencentrales, overbevissing, de klimaattop in december in Kopenhagen of het dumpen van afval in Afrika, acties blijven nodig om problemen op de agenda te zetten. Altijd.”

En het imagoprobleem waarmee milieuclubs te maken hebben? Een beetje rellen van ons belastinggeld! Zoek een baan!, hoor je vaak.

Van Tongeren haalt haar schouders op. ,,Ach. We hebben 547.000 donateurs die vorig jaar 23 miljoen euro bijeenbrachten. Dat is een recordbedrag en er komt geen belastingcent aan te pas. Meer geld met, inderdaad, iets minder donateurs. We opereren onafhankelijk van de overheid en het bedrijfsleven. Meer donateurs en inkomen zou geweldig zijn, maar ik maak me vooral zorgen om het milieu.”

Tot nu toe

– In 1971 vaart een handvol activisten in een oude vissersboot, de Phyllis Cormack, van Vancouver naar Alaska. Zo hopen ze aandacht te wekken voor nucleaire testen die Amerika daar wil uitvoeren. De actie is een succes en het smaakt naar meer: Greenpeace is geboren.

– In 1979 is Greenpeace een internationale rebellenclub. Geïnspireerd door ‘de zindering van actieschip Rainbow Warrior’ starten Nederlandse natuurvrienden een kantoor.

– 2009: Greenpeace heeft wereldwijd 2,8 miljoen donateurs en kantoren in 41 landen.

Lucas Reijnders, hoogleraar milieukunde: ‘Greenpeace heeft op dit moment meer bestaansrecht dan ooit’

De Amsterdamse hoogleraar milieukunde Lucas Reijnders prijst Greenpeace als ‘uitvinders van het actie- research-lobby-model’. Dat werkt volgens hem ‘buitengewoon effectief’. ,,Het knappe is dat ze erin zijn geslaagd door wereldleiders serieus genomen te worden en tegelijkertijd wegkomen met harde acties.”

Reijnders is adviseur bij de ‘concurrerende’ stichting Natuur en Milieu, maar zijn club en Wereld Natuur Fonds en Greenpeace bijten elkaar niet, zegt hij, al beconcurreren ze elkaar op donateurs. ,,Soms werken we prima samen. Uiteindelijk zijn er ook genoeg verschillen. Greenpeace is veel internationaler georiënteerd dan Natuur en Milieu. Zij bemoeien zich meer met smeltende ijskappen, giflozingen overal ter wereld, de internationale overbevissing en het globale klimaatvraagstuk. Natuur en Milieu richt zich meer op de Nederlandse leefomgeving, duurzame mobiliteit hier en windmolens in de Noordzee.”

Volgens Reijnders is Greenpeace van groot belang geweest bij het Kyoto-verdrag, waarin wereldwijde afspraken zijn gemaakt over uitstoot van broeikasgassen. „En ja, de jacht op walvissen is nog steeds niet overal uitgebannen, maar zonder Greenpeace was er waarschijnlijk helemaal geen walvis meer over geweest.”

Greenpeace heeft volgens Reijnders meer bestaansrecht dan ooit tevoren. „Het zal nog zeker een halve eeuw duren voordat we het klimaatprobleem enigszins onder controle hebben. Zonder types als die bij Greenpeace worden de problemen van kwaad tot erger.”