Wie: Museumbazen, ondernemers en verzamelaars
Wat: Nieuwjaarsborrel
Waar: Museum Speelklok
Berlijn, jaren twintig. In een rokerige nachtclub komt de decadente elite bijeen. Er is champagne. Tegen de muur staat een kast en het klinkt alsof er een 7-koppig orkest in zit. Maar dat is niet zo; de blazers, de strijkers en het slagwerk, alles werkt automatisch.
Het is een Weber Maestro, een orchestrion, toppunt van menselijk vernuft. Wie het zich kan veroorloven, kan naar dit wonder der techniek luisteren.
Bijna een eeuw later staat Speelklokdirecteur Vera Carasso tijdens haar nieuwjaarsborrel voor een Weber Maestro, nee, voor ‘dé Weber Maestro, de best en mooiste in zijn soort’. Het is de nieuwste aanwinst van het museum. Om haar heen staan directeuren, ondernemers en andere baasjes. De happy few van Utrecht zou je kunnen zeggen. Proost. De orchestrion is een museumstuk geworden.
Op de klanken van de roaring twenties gaan we de roaring tens in. Carasso neemt ondertussen 2010 door. De tentoonstelling SingSong, Schatten uit de Verboden Stad bijvoorbeeld leidde tot een stijging van het bezoekersaantal met 70 procent.
Komend jaar lanceert het museum een eigen podium waar bekende artiesten zullen optreden tezamen met haar museumstukken. Carasso is zó zelfverzekerd na het succes van 2010 dat ze denkt dat ze het draaiorgel hot kan maken bij een jonger publiek.
Tussen de gasten staat een man in een rood fluwelen jasje. Hij lijkt uit de jaren twintig met de orchestrion meegereisd te zijn. Hij blijkt een klokkenverzamelaar. Zijn naam? Die wil hij niet aan de grote – ahum – klok hangen. Hij is bang voor boeven die het op zijn klokken hebben gemunt. Hij heeft er honderden. Ooit is er eentje gestolen. Een kwestie van drie minuten even niet opletten. Sindsdien is hij extra voorzichtig.
De roaring tens zijn in volle gang. We kunnen inmiddels een zeven- of zelfs honderdkoppig orkest met één druk op de knop uit een computer laten komen. Bubbels wordt vrolijk van de gedachte dat de jeugd het draaiorgel in de armen zal sluiten.
‘t Hoogt maakt vrienden
Wie: Filmbonzen
Wat: Nieuwjaarsborrel
Waar: Theatercafé ‘t Hoogt
Het is traditie dat bezoekers van de Utrechtse Film Nieuwjaarsborrel een cadeautje meekrijgen van gastheer Henk Camping, directeur van ’t Hoogt.
Zo kregen ze voorheen een muts met de tekst ’t Hooft, een paraplu met de tekst ’t Hoost, een zakdoekje met ’t Droogt en een verrekijkertje met ’t Oog.
Dit jaar krijgen ze geen relatiegeschenk, maar een envelopje. Dit jaar gaat het Camping namelijk niet om relaties, maar om vrienden. Via het envelopje kan je een bijdrage leveren. ’t Hoogt wil graag verhuizen naar het Smakkelaarsveld (maar aast nog op groen licht van de gemeente) en vreest voor bezuinigingen op cultuur.
Alle vriendschap is dus welkom.
Camping vertoont een achttal films. Korte films en fragmenten van lange films. Stuk voor stuk producties van Nederlandse bodem. Animatie. Film. Documentaire. Van alles wat. Nederland zit boordevol filmtalent, blijkt. Maar dat wisten de aanwezigen allang natuurlijk.
Bubbels is ook overtuigd, wordt vriend van ’t Hoogt en gunt Camping en de rest van de Utrechtse filmscene een voorspoedig 2011. Opdat we in 2012 maar mogen proosten tijdens de opening van het (vernieuwde) filmtheater!