Bionic Man 9: De invloed van fiction op science

In de tiendelige podcastserie Bionic Man bespreek ik met filosoof Peter Paul Verbeek en biohacker Peter Joosten hoe mens en technologie meer en meer versmelten. Worden we een nieuwe, bionische soort? Luisteren!

In films, boeken en series lopen mensen al lang rond met breinimplantaten, kunstmatige lichaamsdelen, robotpakken en technologische hoogstandjes. Welke invloed heeft science fiction op de verwachtingen die wij hebben van de toekomst?

Volgens filosoof Peter Paul Verbeek speelt de verbeelding een belangrijke rol bij de ontwikkeling van technologie. Niet alleen om te bepalen in welke richting we willen bewegen met die technologie, maar ook welke kant we níet op willen. “Het helpt ons nadenken over technologie en de maatschappelijke rol ervan. Ook al zijn veel van de sf-scenario’s vaak erg dystopisch, het helpt ons nú al de goede vragen te stellen over waar we heen willen met z’n allen.’’

Het grappige is, vult biohacker Peter Joosten aan. Vaak heb je te maken met de zogenoemde Jetson fallacy… “Dat verwijst naar jaren zestig tekenfilm the Jetsons. Die familie leefde 100 jaar in de toekomst. Met vliegende auto’s en huishoudrobots. Het grappige is dat zij als gezin níet zijn veranderd. Ze leven daar samen zoals ze dat ook een eeuw eerder zouden doen. Persoonlijk geloof ik daar niet in. De mens zal veranderen. We zullen onszelf upgraden, verwacht ik.”

Zoals bijvoorbeeld de jaren zeventigserie Six Million Dollar Man.Dat gaat over een man die na een zwaar ongeluk wordt herbouwd; zijn rechterarm, linkeroog en twee benen worden vervangen, waardoor hij ineens over bionische, bovenmenselijke kwaliteiten beschikt. Destijds heel futuristisch, maar het zijn ingrepen die anno 2018 prima realiseerbaar zijn.

Best visionair, vindt Verbeek. “De hele discussie die we nu ook vaak voeren over het verschil tussen genezen en verbeteren zit dáár al in. Die man had hulp nodig, maar komt er beter uit dan hij was vóór het ongeluk. Dat thema is nu actueler dan ooit.’’ Overigens red je het tegenwoordig makkelijk, al die ingrepen binnen een budget van zes miljoen, denkt Joosten.

Zelfs Frankenstein, het boek dat Mary Shelley twee eeuwen geleden schreef, zit boordevol actuele thema’s, zegt Verbeek. Een levend wezen maken uit dode materie is bijvoorbeeld nog altijd actueel met de ontwikkelingen in kunstmatige intelligentie en de pogingen om synthetisch leven te creëren uit dode moleculen.

Verbeek: “Iedereen kent Frankestein als horrorverhaal, maar eigenlijk is het stuk waarin de wetenschapper schrikt en een manier zoekt om om te gaan met het monster heel mooi… Eerst zegt hij dat hij weet hoe het voelt om God te zijn. Leven gemaakt! Dan loopt hij weg en laat hij het monster alleen achter en gaat de wereld in. Die moet de taal leren en voelt zich eenzaam en wil dat zijn maker een vrouwtje creëert, wat de wetenschapper vervolgens weigert…”

Los van de kennelijk tijdloze ambitie om leven te willen creëren, is de moraal van het verhaal volgens Verbeek: “De wetenschapper kijkt niet vooruit, neemt geen verantwoordelijkheid voor de techniek en wil er niet voor zorgen…” Die fout wordt nog steeds vaak gemaakt, meent hij. “Over de maatschappelijke impact wordt ook nu pas vaak veel te laat nagedacht.’’