Als klein kind wilde de Rijswijkse burgemeester Ineke van der Wel verpleegster worden, ‘totdat ik me een keer verwondde en flauwviel, omdat ik bloed zag’, vertrouwde ze een journalist ooit toe. Nu in Rijswijk het bloed figuurlijk in het rond spat, zou ze misschien wensen dat ze toch verpleegster was geworden.
Uit een geheim functioneringsverslag blijkt namelijk dat sommige gemeenteraadsleden haar ‘geen goede burgermoeder’ vinden. ‘Ze staat niet boven de politieke partijen’ en bovendien ‘is ze niet altijd even vriendelijk naar de burgers’.
Vorige week lekte een onbekende medewerker op het stadhuis de inhoud van dit verslag naar de Telegraaf. Nét op het moment dat Van der Wel middenin de herbenoeningsprocedure zit. In die procedure moeten de raadsleden een aanbeveling sturen naar de commissaris van de koningin die vervolgens moet besluiten over een herbenoeming voor een nieuwe periode van zes jaar.
„Ik herken niets in het beeld dat nu is ontstaan,” klinkt het verbaasd uit de mond van R. Holsheimer-Wezeman, tot voor kort secretaris bij het hoofdbestuur van Humanitas, waar Van der Wel voorzitter van is. „Ze heeft een warme persoonlijkheid. En ik vind altijd dat ze tijdens een vergadering het belang van alle aanwezigen goed in het oog heeft. Ze is juist zeer betrokken.”
De bevestiging dat ze ook oog heeft voor burgers, zou gevonden kunnen worden in een interview dat onlangs verscheen in Van Mens tot Mens, het blad van Humanitas. Daarin uit Van der Wel haar zorgen over het feit dat ‘de overheid mensen steeds meer afknijpt’. „Je ziet het,” zegt ze in het interview, „bijvoorbeeld ook hier in Rijswijk. Steeds meer mensen gaan naar voedselbanken. Het gemiddelde inkomen is hier niet laag, toch is er stille armoede. Soms gaan ze naar de voedselbank Den Haag, uit schaamte. Dat heeft alles te maken met schuldproblemen en sociale uitsluiting.”
Ook in Warmond, waar Van der Wel het burgemeesterskunstje onder de knie kreeg, snappen voormalig gemeenteraadsleden niet waar de Rijswijkse raadsleden het over hebben. A. Lemmers (CDA) die haar zowel in de coalitie als in de oppositie meemaakte: „Ze heeft zich keurig gedragen toen ze als PvdA-burgemeester onze CDA/VVD-coalitie leidde.”Hij verwijst naar de tijd dat CDA en VVD het dorp levendiger wilden maken met bijvoorbeeld een supermarkt en een sporthal. De linkse partijen waren tegen.
„Toch kon Van der Wel de verleiding weerstaan om haar eigen PvdA voor te trekken in de debatten.” Lemmers vond haar zeer goed benaderbaar voor de inwoners van Warmond en ‘ik kreeg het idee dat ze haar werk zag als meer dan alleen maar lintjes doorknippen’.
Partijgenoot L. Labruyère, in die tijd burgemeester van het Zeeuwse Brouwershaven, een bevriende gemeente van Warmond, was destijds lid van het landelijke PvdA-partijbestuur. Uit die tijd kent hij Van der Wel. Hij wil geen oordeel vellen over haar huidige burgemeesterschap. „Maar ik weet nog dat ze binnen de PvdA gold als een frisse wind, omdat ze niet het standaardtype, ofwel, afstandelijke burgemeester was, wat je toen veel zag. Het was iemand die je nog wel een paar stappen zag zetten in de politiek.”
Zelf heeft Labruyère als burgemeester ook een herbenoemingsprocedure doorlopen. Hij zegt er niet aan te moeten denken dat zijn evaluatie op straat was komen te liggen. „Het geeft een pijnlijk en incompleet beeld. Het blijft onduidelijk welk gemeenteraadslid wat heeft gezegd. Ook weet je niet of die opvattingen breed worden gedragen. Ik denk daarom dat ze best wel kan worden herbenoemd.”