Vrijwilligers vochten voor mensenlevens

Slachtoffers, nabestaanden en hulpverleners wonen vanavond de herdenking van het Koninginnedagdrama bij. Zo ook de vrijwilligers van het Rode Kruis. Ze rekenden op een leuk dagje pleisters plakken, maar moesten ineens vechten voor mensenlevens.

Het zijn beelden die al de hele week door hun hoofd spoken: huisartsen uit het publiek die in feestelijke shirtjes bloedingen dichtdrukken. Een oranje boa die tussen de bebloede slachtoffers over het asfalt glijdt. Vragende blikken, omdat je een jasje met een rood kruis aanhebt.

Rode Kruisvrijwilligers Annemieke van Duren (57, medewerkster van de Belastingdienst) en Sylvia Tiemens (35, kinderverpleegkundige) hopen vanavond, tijdens de herdenking in schouwburg Orpheus, de gebeurtenissen ‘een plek te geven’.

Tiemens: ,,Koninginnedag heeft de hele week als een mist in mijn hoofd gehangen. Die begint nu op te trekken. De herdenking moet helpen om de gebeurtenissen om te zetten in herinneringen, zodat we weer dóór kunnen.”

Beiden waren ze vorige week met bijna honderd collega-vrijwilligers betrokken bij het drama van Koninginnedag. Normaal gesproken een vrolijke dag. Een schaafwond behandelen, een pleister plakken, en verder genieten. Van Buren in haar post bij De Naald. Tiemens bij Paleis het Loo. Beiden met zicht op de Koningin. ‘Fijn.’

Totdat Van Duren een harde knal hoorde. Toen gegil. Toen een zwarte auto enkele meters verderop stil tegen De Naald. ‘Een onwelwording,’ was het eerste vermoeden van een stem die uit haar portofoon klonk. Van Duren zag mensen op straat liggen. Benen in onnatuurlijke hoeken. Schoenen. Slippers. Brokstukken. Ze begon aan een inventarisatie van de slachtoffers.

,,Ik bracht via de portofoon verslag uit aan de verbindingsdienst, die weer in contact staat met de hulpdiensten. Ik beperkte me tot de ernstigste gevallen. Met mijn vrije hand telde ik mee, vinger voor vinger. Eén, de bloedende man in de auto. Twee, een man die wordt gereanimeerd. Drie, een kind dat bewegingloos in een rare houding op straat ligt. Vier… het ging maar door.”

Vervolgens greep Van Duren intuïtief een automatische externe defibrillator om te helpen bij een vrouw ‘die er misschien slecht aan toe was’. Tiemens, ondertussen onderweg naar de plek des onheils, zag aan de gezichten van de Oranjes in de bus hoe ernstig de situatie was. Van Duren: ,,Ze gaven de vrouw hartmassage en ze ademde niet. Ik diende drie schokken toe.

Iemand legde een infuus aan. Het werkte niet. Het leven trok uit haar weg. ‘Hebben we een laken in de buurt?’ hoorde ik iemand vragen. Vreselijk.” Van Duren liep naar de bus die mensen met lichte verwondingen naar het ziekenhuis vervoerde. Ze trof er de schoonzus aan van de vrouw die ze net had behandeld. ,,Ze wilde haar hondje meenemen, maar dat mocht niet. Neem maar mee, zei ik. Natuurlijk. Ze had zojuist iemand verloren!”

Ook Tiemens ontfermde zich over een slachtoffer. ,,’Mijn vrouw, mijn vrouw, mijn vrouw!’ herhaalde de man, die een slagaderlijke bloeding in zijn been had. Iemand zei dat hij door de lucht was gevlogen. Ik legde een infuus aan. Of hij het gered heeft, weet ik niet.”

De dames zijn al teruggeweest op de rampkruising. De bloemen vinden ze hartverwarmend. Als het aan hen ligt, komt Koninginnedag volgend jaar terug in Apeldoorn, besluiten ze. Van Buren: ,,Dan wil ik alleen schaafwondjes behandelen. Of een zere pols.” Tiemens: ,,En verder genieten, zoals het hoort op Koninginnedag.”

Organisator: ‘Koninginnedag hier overdoen’

,,Misschien beeld ik het me in,” zegt Simon Boon (60), voorzitter van de Stichting Oranjefeesten Apeldoorn. ,,Maar als ik nu door Apeldoorn loop, voel ik een aangenaam soort saamhorigheid. Mensen leggen handen op elkaars schouders. Geven elkaar op straat begripvolle knikjes. Iedereen voelt: we moeten het samen verwerken.

,,Woensdag heb ik een crematie en een begrafenis bijgewoond. Op één dag, van de ene naar de andere. Donderdag was de derde hier in Apeldoorn. Het is heel onwerkelijk, aangrijpend. Gelukkig vóél je de zorgzaamheid om je heen. En liefde. Het hangt overal in de stad.

,,Ik zat achterin de bus op Koninginnedag. Het drama voltrok zich voor mijn ogen. De bus reed door. Ik raakte in mezelf gekeerd. Heel vreemd. Veel mensen langs de kant wisten nog van niets. Ze bleven maar zwaaien. Niemand op de bus zwaaide terug. Ik zag dat één van de prinsen het nog probeerde, maar het lukte niet. In het publiek zag ik teleurgestelde gezichten. Ze wisten nog niet wat wij hadden gezien.

,,Tot dat moment liep alles perfect. Heerlijke Hollandse koddigheid. Zo hoort het. Wat mij betreft doen we Koninginnedag volgend jaar over in Apeldoorn. Op een respectvolle manier.”