Boeventronies: Aloys verzamelt ze allemaal

Elke week maak ik met presentatrice Frederique de Jong het programma Mediazaken op BNR Nieuwsradio.

Minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten gaf deze week het startschot voor de campagne ‘Pak de overvaller. Pak je mobiel.’ waarin burgers worden opgeroepen criminelen te filmen om ze zo gemakkelijker op te sporen. Ondertussen mogen media in de rechtszaal nog steeds geen foto’s maken.

Zijn rechtbanktekeningen achterhaald?

Audio clip: Adobe Flash Player (version 9 or above) is required to play this audio clip. Download the latest version here. You also need to have JavaScript enabled in your browser.

“Zeker niet”, zegt Aloys Oosterwijk. Hij begon zestien jaar geleden als rechtbanktekenaar en is sindsdien naast de rechter, de officier, de advocaat en de verdachte een vaste verschijning in Nederlandse rechtbanken.

“Laat ik het uitleggen met een anekdote: Stanley Riverstone ging opzoek naar z’n vriend in de rimboe. Hij liet overal een foto zien, maar geen van die stammen herkende zijn vriend. Op een gegeven moment maakte hij een tekening in het zand met een stok. Hij schetste een man met een brilletje en wenkbrauwen. En toen wisten die stammen ineens: ‘Oh, dan moet je daarheen!’. Tekenen is een andere manier van herkenbaarheid geven.”

Alyos tekent al zestien jaar verdachten in de rechtszaal. Deze week kwam zijn nieuwste boek “Op de Huid 2, rechtbankprenten (Pedo’s, penoze, pooierboys en politieke kopstukken)” uit met daarin schetsen die hij als basis voor de bekende sepiaprint tekeningen gebruikt.

Willem Holleeder en Robert M.
“Willem Holleeder teken ik het allerliefst. Je ziet hem vaak een beetje onderuitgezakt kijken. Beetje met z’n ogen naar boven, z’n hoofd naar beneden en een beetje onderuit. Een prettige kop om te tekenen. De Amsterdamse crimineel heeft de rechtbank natuurlijk al erg vaak van binnen gezien dus het is een beetje saai voor hem, neem ik aan.”

De reden dat hij rechtbanktekenaar is geworden, legt hij uit, is omdat hij nieuwsgierig is naar de verdachten. “M. ziet er bijvoorbeeld niet uit als een stereotype boef. Juist dat maakt het verrassend in combinatie wat hij gedaan heeft. Hij heeft zo’n vrolijk Kuifje-hoofd met een pluk haar en lekkere dikke oortjes. Zo’n man verwacht je niet bij de daden die hij gepleegd heeft. Dat is het fascinerende van mijn baan, denk ik.”

“In de rechtbank zit ik vrij dichtbij de verdachten. In de bunker op zo’n vijf meter afstand. Bij Robert M. zat ik nog dichterbij. Bij hem vond ik dat trouwens wel lastig. M. wordt verdacht van kindermisbruik in de Amsterdamse zedenzaak en dat is toch wel andere koek dan criminelen die voor het ‘vak’ kiezen. Maar goed: Mijn enige rol is om die mensen te tekenen, niet om ze te doorgronden.”

RUBRIEK: BNR Mediazaken