De robots zijn onder ons
RUBRIEK: Rot, Losse klussen

Zaterdagbijlage, Financieele Dagblad

Robots duiken overal op. In het verpleeghuis, op het slagveld en in de slaapkamer. Maar zijn we eigenlijk wel klaar om ons leven te delen met robots?

De moderne soldaat bedient vanuit zijn cubicle in Nevada met een joystick en een paneel vol knoppen een robot die duizenden kilometers verderop door de fikkende Afghaanse zon rijdt. Op schermen ziet hij wat de robot ziet. Met een druk op de knop schakelt hij zijn vijand uit.

Einde werkdag en de soldaat rijdt naar huis in zijn zelfsturende auto. De wegen worden in de gaten gehouden door slimme camera’s. Als hij thuiskomt, heeft de huishoudrobot keurig het huis gestofzuigd en een bord met dampende spaghetti klaargezet.

In bed ligt Roxxxy klaar. Ze is 1,70 meter lang, heeft de ideale heup- en borstomvang en ze doet alles wat hij wil. Ze klaagt nooit. Roxxxy is zijn seksrobot. Hij ontkoppelt haar van het internet en is benieuwd hoe de nieuwste update bevalt; ze heeft drie nieuwe kreungeluiden en kan nu met een Frans accent suggesties voor standjes doen. De eerste recensies op internet zijn lovend…

Dit beeld is al lang geen science fiction meer, maar science reality. De voorbeelden komen uit het boek ‘Overal Robots, automatisering van de liefde tot de dood’ dat deze week verscheen. Hierin schetst het Rathenau Instituut de opmars van robots in de samenleving. Vooral in de zorg, bij de politie, in het leger, in het verkeer en bij ons thuis is robotica aan een grote opmars bezig, vertelt Frans Brom, hoofd technology assessment bij het Rathenau Instituut.

Volgens Brom ligt de tijd dat robots alleen werden ingezet in de autofabriek om te spuiten en te lassen ver achter ons. Dankzij de ontwikkeling van sensoren en de alomtegenwoordigheid van internet (en dus gps) kunnen robots zelf bepalen wáár ze zich bevinden, wat zich in hun omgeving afspeelt en welke objecten/ obstakels ze op hun weg vinden.

De complexe programmeertaal, in combinatie met de almaar toenemende rekenkracht en geheugencapaciteit van chips zorgen ervoor dat robots makkelijker bewegen en handelen in hun omgeving. Daarbij kunnen ze steeds moeilijkere taken uitvoeren.

Het heeft inmiddels chirurgische robots opgeleverd; deze worden bestuurd door artsen om gecompliceerde operaties uit te voeren. Het bracht ons slimme camera’s die grote menigtes in de gaten houden. Boven Afghanistan en Irak wemelt het van de onbemande vliegtuigjes, terwijl daar op de grond op-afstand-bestuurbare robots rondrijden die bermbommen onschadelijk maken.

Tegelijk geldt voor veel toepassingen dat onderzoekers pas de eerste stapjes hebben gezet, zegt Brom. De handhavende Robocop of de robozuster – die de patiënt voorziet van injecties en een troostende glimlach – zijn nog lang niet in zicht. ,,Vooralsnog kunnen autonome robots alleen nog maar relatief eenvoudige, gestandaardiseerde handelingen verrichten.’’

Het is bijvoorbeeld in een verpleeghuis best mogelijk om een robot iets te drinken te laten inschenken of om een kamer te stofzuigen, legt Brom uit. Maar een robot die een bejaarde uit bed kan tillen zonder de broze oma-armpjes te verbrijzelen is nog nét een stap te ver; dat vereist een geavanceerd samenspel tussen camera-ogen, tastsensoren en microfoons om de patiënt te lokaliseren en soepel op te tillen.

Het blijkt vaak lastig om de stap te zetten van de gecontroleerde laboratoriumomgeving naar het ziekenhuisbed, vertelt Brom. De apparaten moeten veilig zijn en feilloos werken – ze moeten dus uitvoerig worden getest. Dat kost tijd en geld. ,,Het ontbreekt in Nederland aan plekken die als een proeftuin kunnen fungeren om de ontwikkelingen te versnellen.’’

Tegelijk, vindt hij, moeten we ons nog buigen over de vele maatschappelijke, ethische en politieke vragen (zie kader) die vooralsnog onbeantwoord zijn. Gaat de oprukkende zorgrobot niet ten koste van het intermenselijk contact? In hoeverre moeten robots op het slagveld autonoom beslissingen kunnen nemen? En wie is verantwoordelijk als een robot een verkeerde, fatale beslissing neemt?

Vergezichten

Niettemin verleiden de technologische ontwikkelingen veel onderzoekers tot de meest waanzinnige vergezichten. Er zijn namelijk genoeg ontwikkelingen die de verbeelding prikkelen. Zo hebben robots al een symfonie in de stijl van Mozart gecomponeerd. En de eerste wetenschappelijke ontdekking door een robot (de ontdekking van een gen in gist, waar wetenschappers als jaren naar op zoek waren) is ook al een feit.

Volgens de Tilburgse hoogleraar kunstmatige intelligentie Jaap van den Herik is het slechts een kwestie van tijd, voordat rechtsprekende robots dagelijkse kost zijn. ,,Robots kunnen binnenkort al bruikbare adviezen geven in euthanasiezaken. En ze kúnnen al kunst interpreteren. En ze wórden al dagelijks ingezet om honderden miljoenen euro’s te verschuiven op de internationale aandelenmarkten. Dus waarom zouden ze in de toekomst niet kunnen rechtspreken? Zonder aanziens des persoons, dat is toch wat we willen? Vrouwe Justitia is een robot.’’

En dan? Kan de minister-president een robot zijn? Van den Herik lacht: ,,Zeker. Als ze kunnen rechtspreken en ingewikkelde ethische kwesties kunnen oplossen, kunnen ze ook een land leiden. Niet morgen. Niet over veertig jaar. Maar daarna. Waarom niet?’’

De politieke partij van de toekomst kan de robot volstoppen met een belief – een sociaaldemocratische blik of een neoconservatieve blik. Gecombineerd met de feiten – het aantal werklozen, een overzicht van de staatsfinanciën, de kosten van de gezondheidszorg, noem maar op – en hij zal met het ideale liberale, socialistische of neoconservatieve standpunt komen.

En wij dan? Wat blijft er dan over van en vóór de mens als ze al ons werk doen en problemen oplossen? Van den Herik: ,,De mens hoeft alleen nog maar gelukkig te zijn. De mens gaat zingen en dansen.’’

Frans Brom mijmert hier graag over mee. En ja, als hij tijdens zijn leven meemaakt dat het eerste huwelijk tussen mens en robot wordt gesloten, komt hij graag op het feestje om een biertje mee te drinken en om een dansje te wagen met het robotzusje van de robotbruid.

Brom: ‘’Maar laten we er vooral voor waken dat zulke vergezichten ons niet het zicht ontnemen op de vragen die we nú moeten beantwoorden.’’

===

Denkende robot is nog geen moreel wezen

Geavanceerde robotica kan uitkomst bieden bij maatschappelijke problemen. Maar eerst moet er een ethisch kader komen, maant het Rathenau Instituut.

,,It’s like a videogame. It can be a little bloodthirsty, but it’s fucking cool.’’ Het citaat staat in het boek Overal Robots en komt uit de mond van een jonge, militaire robot-operator die op duizenden kilometers afstand een militaire robot bestuurt. Het leidt één van de vele ethische vragen in, die in het boek worden opgeworpen.

Wordt de schietdrempel niet te laag als de soldaat zijn vijand als stipjes op zijn scherm ziet? De morele en emotionele afstand tot het slagveld worden erg klein. En wat als de robot een ethische begrenzer krijgt ingebouwd en de bestuurder toezichthouder is? Kan hij dan moreel verantwoordelijk worden gehouden? Kan het niet juist een verfijning van de strijd opleveren, omdat met meer precisie kan worden gemikt?

De robotisering van de zorg brengt heel andere vragen met zich mee. Is zorg niet per definitie iets menselijks? Vooralsnog zien veel deskundigen robots als aanvulling van de menselijke verzorger, als hulpje. Maar hoe zit dat als de zorgrobots slimmer worden? Kunnen ze er niet júist voor zorgen dat mensen met een lichamelijke beperking of ouderen langer thuis en onafhankelijker van zorg kunnen wonen. Hoe dwingend mag zo’n zorgrobot zijn bij de inname van medicijnen? Mag de robot de verzekeraar inlichten als de patiënt zijn medicatie verzuimd in te nemen?

De seksrobot wordt in het boek als een relatief onschuldig fenomeen gezien. Wel wordt de vraag opgeworpen of de mechanisering van seks een negatief effect heeft op de sociale competenties van de gebruiker. Is de seksrobot een antwoord op illegale prostitutie? Zou de kinderrobot dé oplossing kunnen zijn voor pedoseksuelen?

RUBRIEK: Rot, Losse klussen